1331
16 SEPTEMBER 1976
- deze kinderen hebben ook een duidelijke ach
terstand bij de doorstroom naar het vervolg
onderwijs aansluitend op het voortgezet on
derwijs,
overwegend dat op alle overheidsniveaus al
het mogelijke moet worden gedaan om de onge
lijkheid in kansen tijdens het onderwijs van
kinderen uit "lagere" en betere milieus onge
daan te maken door extra aandacht te geven
aan (kinderen uit) "lagere" milieus,
spreekt als zijn mening uit dat:
het rapport gevolgd dient te worden door een
nota waarin het college aangeeft
- welke mogelijkheden er op gemeentelijk ni
veau zijn om aan (de kinderen uit) "lagere"
milieus zoveel extra aandacht te geven dat
zij even sterk als andere groepen kunnen
profiteren van alle bestaande onderwijsmo
gelijkheden,
- welke van de genoemde mogelijkheden het col
lege wil aangrijpen om in Breda een bijdra
ge te leveren aan het opheffen van de onge
lijke kansen op en in het onderwijs."
Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie
van de heer Welschen mede onderwerp van beraadsla
ging uit.
Mevrouw KOEK-VAN MERKOM: Aan het ter tafel lig
gende rapport is veel zorg en moeite besteed; het
geeft ons de informatie dat de mammoetwet geen op
timale resultaten heeft gescoord. Ongeveer de helft
van de onderzochten heeft het voortgezet onderwijs
zonder doublures doorlopen. Was dit vóór de invoe
ring van de mammoetwet aanzienlijk meer of minder?
Voorts blijkt dat het percentage van degenen die
het voortgezet onderwijs zonder diploma verlaten
hoog is, namelijk 21,8. In het rapport komt tot
uiting dat het algemeen vormend onderwijs het hoog
ste rendement heeft, alsmede dat het rendement het
hoogst is bij het middelbaar milieu. Er is een ten-