1341
16 SEPTEMBER 1976
het kader van de mogelijkheden reeds allerlei din
gen gebeurd. Ik wil bepaald niet zeggen dat het
geen er is gebeurd alles is wat er zou künnen ge
beuren. In ieder geval staat vast dat de mogelijk
heden voor de gemeente bijzonder beperkt zijn.
Overigens is het college bereid de wethouder
van onderwijs stemt daar volgaarne mee in over
deze problematiek in de commissie onderwijs van
gedachten te wisselen. Daarbij kan eventueel van
de kant van de leden van de commissie worden aan
gegeven wat er op het terrein van de gemeente mo
gelijk zou zijn. Mocht blijken dat er in gemeen
telijk verband bepaalde voorstellen kunnen en moe
ten worden gedaan, dan willen wij dienovereenkom
stig handelen. Met deze motivering ontraden wij
het aanvaarden van de motie.
De heer WELSCHEN: De posities worden een
beetje duidelijker!
In tweede termijn wil ik met nadruk zeggen
dat het goed is dat van veel kanten ruime aan
dacht is geschonken aan het verschijnsel dat in
het rapport wordt gesignaleerd. Dit blijkt onder
meer uit de schorsing en uit de benadering van het
college. Omdat ik in eerste termijn kort wilde
spreken, heb ik niet gezegd dat het rapport op
zichzelf van groot belang is. Het is goed dat wij
weten hoe de cijfers zijn waarop wij ons kunnen
baseren. Het zal niet iedereen zijn opgevallen
dat de N.R.C.die gewoonlijk betrekkelijk weinig
dingen overneemt, van dit rapport een korte samen
vatting heeft gepubliceerd. Het rapport bevat cij
fers die de reeks van cijfers waarover wij be
schikken bevestigen, maar men is op een goede ma
nier te werk gegaan en het is een goed rapport.
Mijn bezwaren richten zich niet tegen het
rapport zelf. Het gaat mij erom wat er wordt ge
daan als men de feiten kent die in het rapport
worden gesignaleerd. Uit het betoog van de kant
van het C.D.A. heb ik de indruk gekregen dat op
zijn minst de C.D.A.-fractie en onze fracties het