1347 16 SEPTEMBER 1976 dat wij de dingen aan de S.A.D. overlaten. Zolang we van onze kant geen bezwaren hebben geformuleerd tegen het beleid dat de S.A.D. in dezen voert, is het voorbarig erop aan te dringen dat de gemeente deze dingen gaat uitzoeken. Samenvattend kom ik tot de conclusie dat mijn fractie, mede gezien de toezegging van de wethouder dat over de problematiek nog in de commissie onder wijs zal worden gesproken, de ingediende motie overbodig vindt en derhalve niet zal steunen. De heer HENDRIKSEN: Na hetgeen ik van de ver schillende fracties heb gehoord, heb ik er behoef te aan in het kort enkele misverstanden te belich ten die in de discussie naar voren zijn gekomen. De heer Dees heeft erkend dat de gemeente op het gebied van het onderwijs een eigen verantwoordelijk heid heeft. Nu kan men die verantwoordelijkheid op verschillende manieren uitleggen. Het kan zijn dat een bureau onderwijs met aan het hoofd een wethou der een financieel-technischadministratief be leid voert, het kan ook zijn dat de gemeente haar verantwoordelijkheid laat zien door een actief sti muleringsbeleid te voeren ten opzichte van de on derdelen van het onderwijs die dat nodig hebben. Naar de mening van de heer Dees ligt de verantwoor delijkheid primair bij de S.A.D. en ik denk dat op dit punt onze gedachten uiteen gaan lopen. Wij van onze kant hebben steeds erkend dat er een groot stuk verantwoordelijkheid bij de S.A.D. ligt en dat dit van belang is, maar wij menen dat de S.A.D. niet alles kan doen. Er zijn andere ontwikkelingen in de samenleving gaande. Rein Welschen heeft er al op gewezen dat men niet alleen vanuit het onder wijs de wereld kan veranderen of vernieuwing kan brengen. Er is een samenhang met alle andere sec toren en vanuit de functie onderwijs kan men be paalde verlangens uitspreken ten aanzien van as pecten van recreatie of van samenlevingsopbouw. Dit laatste is ook ter sprake geweest toen in de commissie de begroting werd behandeld. Ten aan zien van Wisselaar doet zich namelijk een proble-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1347