16 SEPTEMBER 1976 1352 teren dat de belangstelling van de ouders juist in deze kringen groeiend is. Er is hier geen spra ke van afschuiven, maar misschien wel van het af leggen van een moeizame weg door met velen te praten en gezamenlijk een gedragslijn te bepalen. Daarnaast heeft de heer Welschen betoogd dat ik vanuit de functie onderwijs zou moeten streven naar de bevordering van de cultuur, de huisves ting, het opbouwwerk, de inspraak en de democrati sering. Men mag weten dat ik in het college wel eens heb gezegd de indruk te hebben dat ik het allemaal alleen zou moeten doen, maar we hebben nu eenmaal een bepaald aantal mensen en we moeten ook wat aan taakverdeling doen! In ieder geval le ver ik op alle genoemde onderdelen natuurlijk wel een bijdrage. Ik heb niet alleen aandacht voor de portefeuille onderwijs, maar ook voor andere be leidsaspecten. Misschien heb ik ten aanzien van de andere aspecten wat minder deskundigheid en wat minder tijd, maar ik denk wèl mee over de ont wikkeling die in Breda aan de orde is. Op het betoog van de heer Hendriksen hoef ik naar ik meen niet meer te reageren. Er is van de kant van de gemeente Breda niet alleen sprake van een financieel-technische benadering. Er zijn ve le activiteiten die hier inhoudelijk beoordeeld en mede gestimuleerd zijn. Ik heb daar enkele voorbeelden van genoemd, waarmee ik bepaald niet volledig ben geweest. Volgens de heer Hendriksen zou ik vanavond voor de eerste keer iets over het beleid hebben gezegd. Ik denk dat de heer Hendrik sen wat te kort in de raad zit. De heer HENDRIKSEN: Dat geldt voor meer men sen hier! Wethouder BROEDERSMaar die hebben het niet zo openlijk hier gezegd! Als u nagaat wat ik na mens het college heb gezegd over het beleid en de achtergronden van het beleid op het gebied van het onderwijs, zult u daarover naar ik meen wel het een en ander kunnen lezen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1352