1365 16 SEPTEMBER 1976 lende opvattingen. Ik ben van mening dat openbaar heid de bevolking in staat stelt zich een oordeel te vormen over bevindingen ten aanzien van de ge zondheidszorg en te weten te komen welk standpunt de bestuurder daarover inneemt. Ik weet dat open heid kwetsbaar maakt, maar voor de bevolking werkt zij bevrijdend. Door openheid krijgt de bevolking een band met de bestuurscommissie en met de gezond heidszorg als zodanig, alsmede een beetje meer zicht op de gezamenlijke verantwoordelijkheid die wij voor de gehele gezondheidszorg hebben. Ik zou de wethouder willen vragen wat hij van deze opvat tingen vindt. Om hem in de gelegenheid te stellen mijn opvattingen te toetsen wil ik namens onze fracties een motie indienen. Zoals ik al heb gezegd, staat er in het voorstel geen concept-besluit en ik moet dan ook een motie indienen die van onze ge meentelijke vertegenwoordigers in de gewestraad vraagt alsnog openbaarheid van vergaderen van de bestuurscommissie gezondheidsdienst stadsgewest Breda te doen bereiken door wijziging van de desbe treffende verordening. Uit de stukken heb ik afge leid dat het voorstel bij het stadsgewest al is aan genomen en wij spreken thans, als ik het voorstel goed begrijp, alleen over een wijziging van de stads gewestregeling en niet over de inhoud van de ver ordening ten aanzien van de bestuurscommissie. Met het oog daarop zou ik op deze wijze willen bevorde ren dat het punt van de openbaarheid, als de gemeen teraad het daarmee eens is, alsnog bij het stads gewest aan de orde wordt gesteld. Ik dien de motie bij dezen in en wacht de opmerkingen van de wethou der af. De door de heer Oomen ingediende motie luidt als volgt: "De gemeenteraad van Breda, in vergadering bij een op 16 september 1976, - gehoord de beraadslagingen over agendapunt 28, bijlage 294, met betrekking tot de wij ziging van de regeling Stadsgewest in ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1365