16 SEPTEMBER 1976 1372 mee eens is en dat mag natuurlijk, maar het stand punt dat de commissie heeft ingenomen is door de gewestraad overgenomen. De heer JONGENEEL: Ik vind dat de heer De Raaff het punt omzeild en dat we op deze manier toch weer in de problemen terecht komen. Op het ogenblik discussieert de raad over de voorgestel de goedkeuring van het rapport. Wij vragen niet meer dan dat het college deze vraagstelling aan de gewestraad doorgeeft, opdat deze zich er eens mee bezig kan houden. De wethouder geeft nu al een negatief antwoord De heer DEES: Er wordt niet gevraagd een vraagstelling door te geven, maar een besluit te bevorderenI De heer JONGENEEL: We komen hier in soortge lijke moeilijkheden terecht als waarover we straks zullen praten. Als iemand ons daar vertegenwoor digt zal hij de gevoelens van de raad kenbaar moe ten maken. Wethouder DE RAAFF: Het is duidelijk dat ik vooralsnog van mening ben dat het voorstel op dit punt moet worden gevolgd. De raad mag best een andere mening hebben, maar daarbij komt een aspect aan de orde dat de heer Oomen misschien vergeet. Er is vijf jaar gepraat om tot een statuut te ko men waarmee alle betrokkenen het eens konden zijn; aanvankelijk waren er enorme tegenstellingen en van lieverlee is er iets uit de bus gekomen dat de betrokkenen goed leek te zijn. Thans gaat het erom dat zo veel mogelijk gemeenten uit het stads gewest zich daarachter scharen. Ik zou niet willen dat vanwege een naar mijn smaak zeer bijkomstig punt de stadsgewestelijke gezondheidsdienst niet tot stand zou komen. Dat is de reden geweest waarom de commissie van voorbereiding het stand punt van de heer Welschen niet heeft overgenomen. Het is juist dat aan het raadsvoorstel geen apart concept-besluit is toegevoegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1372