137 5 FEBRUARI 1976 lijk dat daardoor ook de sociale woningbouw is te ruggelopen, maar het is per se niet waar ik wil dat met feiten en cijfers bestrijden dat het college ten aanzien van de huisvesting van de laagst betaalden heeft gefaald. Enkele dingen moeten mij van het hart. Het is dit college en het vorige college geweest dat een begin heeft gemaakt met de aanpak van reno vatieproblemen. Het is dit college geweest dat iets aan de onderhoudssituatie van woningen heeft ge daan. Het is dit college dat met rehabilitatiepro gramma's begint. Het is dit college dat een binnen stadsrapport publiceert waarin in het bijzonder grote hoeveelheden sociale woningbouw zijn voorzien. Het is wederom dit college dat plannen voor het ge bied Leuvenaarstraat/Middeliaan - lanceert en het is eveneens dit college dat van mening is dat in de Gerardus Majellawijk de huidige bewoners in aanmer king moeten komen voor nieuwe huisvesting. De heer BECKERS: Het is óók dit college dat het aantal woningzoekenden laat oplopen tot 4.000! Wethouder VAN DUN: Dat doet dit college niet. Het is volstrekt oneerlijk als men dat zegt. Aan de ontwikkelingen die zich in de maatschappij voordoen kan het college immers niets doen? Wij willen er echter wèl op inspelen. Ik wijs in dit verband op de situatie van vraag en aanbod, de gestegen nood en de gezinsverdunning, terwijl er voorts een maat schappelijke ontwikkeling aan de gang is waarbij men zich steeds meer aan de gezinssituatie onttrekt en op zichzelf wil gaan wonen. Daardoor stijgt naar mijn mening het aantal woningzoekenden. Wij hebben daar een antwoord op en wij proberen er al het mo gelijke aan te doen. Ik vind het diep grievend voor iedereen die zich werkelijk met de woonsituatie van de door de heer Beckers bedoelde categorie geënga geerd voelt, als hij zegt dat dit college op dit punt heeft gefaald. Het voorstel van burgemeester en wethouders

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 137