1391
16 SEPTEMBER 1976
de datum van uittreding, indien het on
der 2 bedoelde verzoek niet tot het be
oogde resultaat leidt.
Breda, 16 september 1976."
Het amendement is ondertekend door de heren
Koertshuis, Dees, Van Dongen, Eissens, Jongeneel
en Oomen. Het is derhalve voldoende ondersteund,
zodat het onderwerp van beraadslaging uitmaakt.
De heer VAN DONGEN: Aan dit preadvies heeft
onze fractie veel aandacht besteed, niet omdat het
onduidelijk zou zijn maar omdat hier een groep
van Nederlandse burgers in het geding is die duide
lijk te benoemen zijn. Ik geloof niet dat ik zou
willen overnemen dat het martelaren zijn en dat
ze in getto's wonen. Het zijn mensen die te ken
nen hebben gegeven dat zij willen wonen en leven
in een woonwagen, met alle voor- en nadelen die
daaraan verbonden zijn. Voor onze C.D.A.-fractie
zijn deze burgers gelijkwaardig aan de burgers die
kiezen voor een bungalow, een premie- of een wo
ningwetwoning. Dit betekent dat zij recht hebben
op dezelfde primaire en secundaire voorzieningen
als ieder ander burger. Ik noem in dit verband:
ruimte, groen, onderwijs, speelgelegenheidont
spanningsruimte en contactmogelijkheden. Het ter
tafel liggende preadvies geeft in wezen een weg
aan waarlangs dat kan worden bereikt, met andere
woorden: spreiding van woonwagens, in overleg met
en met medewerking van de bewoners zelf en boven
dien met de werkelijke medewerking van alle betrok
ken gemeenten. Laatstbedoelde medewerking is meer
dan iets in principe onderschrijven, ernaar stre
ven en het vastleggen in rapporten en discussieno
ta's.
Het vraagstuk van de integratie is nu niet
aan de orde. De gemeenteraad van Breda moet eerst
bevorderen dat deze burgers op de door hen geko
zen wijze menswaardig kunnen leven en wonen. Of en
in hoeverre zij dan willen samenleven met andere
burgers, is mede hun zaak. Doen zij dat niet, dan