1395 16 SEPTEMBER 1976 geconcludeerd dat het kamp 60 wagens moet omvatten en op de huidige plaats moet blijven? Ik geloof dat we in onze commissie maatschappelijke dienst verlening moeten proberen een goed overzicht van de gehele problematiek te krijgen. In overleg met de commissie maatschappelijke dienstverlening en vervolgens met de raad kan onze gemeentelijke ver tegenwoordiger met duidelijke opdrachten naar de bestuursorganen toe gaan. Ik ben blij dat de heer De Raaff in de com missie maatschappelijke dienstverlening heeft la ten blijken dat hij met deze toestand diep-ongeluk- kig is. Ik hoop dan ook dat de raad vanavond zal besluiten dat Breda, als het niet anders kan, uit de gemeenschappelijke regeling zal treden om zijn eigen verantwoordelijkheid hier ter plaatse te kunnen uitvoeren. Wethouder DE RAAFF: Er is heel veel gezegd en ik kan constateren dat er zelden door drie ver schillende raadsgroeperingen zó veel is opgemerkt waar ik het mee eens kon zijn. Ik wil niet zeggen dat ik ieder woord dat is gezegd kan onderschrij ven, maar met de intentie van de gehouden betogen ben ik het eens. Ik heb het genoegen gehad bijna acht jaar lang vrijwel dagelijks met deze proble matiek te worden geconfronteerd en ik ben, zoals de heer Jongeneel terecht heeft gezegd, dieponge lukkig met de situatie. De heer Koertshuis heeft gezegd dat de onderhavige groep op een afschuwe lijke manier wordt gediscrimineerd. Toen ik aan deze affaire begon, had ik misschien ook een be paald beeld van deze mensen, maar ik heb in de loop der jaren met hen gesproken hetzij in groepen, hetzij individueel en ik ben van lie verlee tot de conclusie gekomen dat ze precies het zelfde zijn als ik zelf ben. Overigens hoeft dat natuurlijk nóg niet goed te zijn! In ieder geval vind ik het afschuwelijk dat er zo'n sterk onder scheid tussen deze mensen en de andere mensen wordt gemaakt. Verleden week heb ik nog gehoord van een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1395