1403 16 SEPTEMBER 1976 ocrzaak van de enorme teruggang is. De wethouder heeft gezegd dat de concept-re- geling sterke aspecten in zich heeft, .in het bij zonder ten aanzien van het spreidingsplan. Wij geloven eerder dat het tegendeel het geval is. Naar onze mening geeft de concept-regeling juist gelegenheid tot ernstige vertraging van de decen tralisatie, zodat het hardere optreden via het amendement nodig is. In het amendement dat is ingediend door de heer Koertshuis wordt door de ondertekenaars het gestelde onder 3. geschrapt. Door de heer Koertshuis wordt een motie inge diend die als volgt luidt: "Motie ingevolge artikel 26 van het regle ment van orde voor de vergadering van de ge meenteraad van Breda, naar aanleiding van de behandeling in de raadsvergadering van het preadvies van Bur gemeester en Wethouders inzake de concept- gemeenschappelijke regeling Woonwagenschap Breda (d.d. 25 augustus 1976, bijlage nr.295). De ondergetekenden, allen lid van de gemeen teraad van Breda; gelezen het bovenvermelde preadvies en de daarbij behorende stukken; gehoord de be raadslagingen hierover; stellen de raad voor het College van burgemeester en wethouders uit te nodigen om uit de gemeenschappelijke regeling "Woonwagenschap Breda" te treden en aan de raad een voorstel tot een dergelijke uittreding te doen, indien het verzoek aan de minister van Cultuur, Recreatie en Maat schappelijk Werk tot het doen toepassen van artikel 11, leden twee tot en met vier van de wet gemeenschappelijke regelingen t.w. oplegging door Provinciale Staten niet tot het beoogde resultaat leidt alsmede daar mee gepaard gaande te onderzoeken wat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1403