1405
16 SEPTEMBER 1976
willen verzoeken de notulen van de gevoerde dis
cussie aan de zeventien deelnemende gemeenten te
sturen, opdat men daar inzicht krijgt in de me
ning van deze raad over de regeling.
In verband met het woonwagencentrum wil ik
vanavond ook iets positiefs laten horen. Vanaf
deze plaats wil ik waardering uitspreken voor de
mensen die dagelijks op dit kamp moeten functio
neren. Ik denk in dit verband aan de daar aanwe
zige scholengemeenschap, aan de maatschappelijk
werkers en aan alle mensen die proberen de pro
blemen tezamen met de bewoners zo prettig mogelijk
op te lossen. Deze mensen zijn door de huidige
toestand ontzettend zwaar belast en hebben er
geen schuld aan dat het kampleven moeilijk is.
De heer VAN DONGEN: Over de ingediende motie
zou ik het volgende willen opmerken. Ik denk dat
de basis van deze discussie is geweest dat wij
het welzijn in samenwerking met de woonwagenbewo
ners zo goed mogelijk willen regelen. Nu wordt
een motie soms in sneltreinvaart opgesteld, maar
ik denk dat ik het goed heb als ik zeg men mag
het ook als een vraag beschouwen dat het niet
alleen om juridische mogelijkheden en financiële
consequenties gaat; in een preadvies van het col
lege zal het mijns inziens allereerst moeten gaan
om de vraag wat de consequenties voor de woonwa
genbewoners zelf zijn als we uit de regeling tre
den en als we eventueel de huur opzeggen. Wanneer
er nog een gaatje wordt gevonden zodat de huur
toch kan worden opgezegd, zijn de juridische mo
gelijkheden aanwezig en zijn de financiële conse
quenties gunstig, maar ik kan mij voorstellen dat
een en ander voor de woonwagenbewoners een ave
rechts effect zou hebben en dat is zeker niet de
bedoeling van de discussie van vanavond.
Wethouder DE RAAFF: In eerste instantie heb
ik mij verstout aan het adres van de heer Koerts-
huis de vraag te stellen of de vaststelling dat
het Bredase kamp het slechtste dan wel het op een