16 SEPTEMBER 1976 1408 De heer JONGENEEL: In de concept-regeling staat duidelijk dat de plaats door burgemeester en wethouders wordt aangewezen. Ik vind dit fout en ik ben van mening dat deze bepaling moet wor den gewijzigd. Er moet een opening zijn opdat wij gezamenlijk tot die besluitvorming kunnen komen. Wethouder DE RAAFF: Als het zó mag worden opgevat dat ik in de commissie sociale zaken over dit onderwerp spreek, dan zeg ik "ja". Uiteinde lijk moet de vraag waar een woonwagencentrum moet komen cp een praktische manier worden opgelost. Overigens denk ik dat een en ander, als er een bestemmingsplan moet worden veranderd, toch in ieder geval in de raad moet komen. De VOORZITTER: Natuurlijk. De heer JONGENEEL: Dan vind ik het stom om schreven; ik kan er ook niets aan doen! De VOORZITTER: Laat u de heer De Raaff even uitspreken! Wethouder DE RAAFF: Het is geschreven door mensen die juridisch meer geschoold zijn dan ik zelf ben en ik denk dat de formulering toch wel juist zal zijn. In ieder geval is het een feit dat wij niet ten eeuwigen dage aan de Terheijden- seweg hoeven vast te houden, maar gegeven de hui dige concrete situatie, lijkt het gewenst het kamp voorlopig aan de Terheijdenseweg te laten liggen. Er komt een ogenblik waarop wij op zijn minst kunnen bespreken of het kamp daar moet blijven of ergens anders zou moeten liggen. Naar aanleiding van de woorden van de heer Van Dongen zou ik willen bevestigen dat het niet alleen om de juridische en financiële consequen ties gaat, maar ook om de gevolgen voor de woon wagenbewoners zelf. Ik ben daarom gelukkig met de wijze waarop de raad in tweede instantie heeft gereageerd. Het amendement blijft nu gehandhaafd, met uitzondering van punt 3., dat is omgebouwd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1408