5 FEBRUARI 1976 140 wijs ik naar het schrijven van het Comité tot Be houd van de Binnenstad en de brief van het wijkco- mité Chassé. Ook bij onze fracties zijn vragen gere zen en bezwaren te berde gebracht. Op de eerste plaats vragen wij ons af waarom het krediet voor het slopen in 1975 niet is ver leend. De oppervlakkige lezer ziet dan in het pre advies staan dat er problemen zijn gerezen die ver tragend hebben gewerkt op de aanbiedingsprocedure van dit slooppprogramma. Wélke problemen zijn er echter gerezen? In dit verband kan men wijzen op de verdeling van de kosten en de dekking ervan ten las te van de algemene dienst, de verwachte rentabili teit en de eventuele mogelijkheid tot uitstel van in saneringsgebieden voorgestelde slopingen. De hier op betrekking hebbende vragen zijn door de afdeling financiën reeds ruim driekwart jaar geleden gesteld maar zij liggen nog steeds bij de dienst openbare werken. Er is in 1975 zonder krediet van de raad gesloopt; de leden van het college zijn daarvoor op dit ogenblik persoonlijk aansprakelijk. Op de tweede plaats het volgende. Onze fracties hebben al enkele maanden geleden gevraagd of toepas sing van artikel 56 van de woningwet voor Breda zou kunnen worden onderzocht. Volgens artikel 56 van de woningwet is het verboden zonder toestemming van b. en w. een gebouw, dat tot woning bestemd was, te slopen. Dit punt, dat bij het college in studie is, is onzes inziens zeer belangrijk, zodat wij graag hadden gezien dat de uitkomst van de studie beschik baar was op het ogenblik dat wij het besluit over het gemeentelijke sloopprogramma voor 1975 en 1976 moeten nemen. Wanneer men de mogelijkheden om het slopen van particuliere woningen aan banden te leg gen onderzoekt, moet men des te voorzichtiger met het eigen gemeentelijk woningbezit omgaan. Op de derde plaats is de slooplijst nog niet gepubliceerd; de lijst is wèl aan de leden van de commissie voor openbare werken ter beschikking ge steld, op ons uitdrukkelijk verzoek. Zoals ik al

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 140