1428
14 OKTOBER 1976
geld verzoeken tot het verlenen van vergunningen
voor het houden van tentoonstellingen. Het welsla
gen van tentoonstellingen hangt in hoge mate af
van de openingsuren.
B. en w. hanteren daarvoor blijkbaar bepaalde nor
men, maar de indruk bestaat dat deze normen enigs
zins willekeurig worden toegepast.
Wil het college de raad erover inlichten welke cri
teria precies gelden voor:
a. de benaming "tentoonstelling";
b. de openingsuren?
Is het in dit verband van betekenis of de opbrengst
aan liefdadige doelstellingen ten goede komt?
Is, als voor andere tentoonstellingen verleende
vergunningen in de overwegingen worden betrokken,
de vergunning aan het parochiecomité van de Sacra
mentskerk terecht geweigerd?
ANTWOORD.
In de artikelen 2, 8 en 10 van de winkelsluitings
wet is bepaald, dat het verboden is buiten de nor
male winkelsluitingsuren (t.w. op zondagen, op werk
dagen tussen 18.00 uur c.q. 19.00 uur voor de
straathandel en 5.00 uur 's morgens) in een winkel,
op straat of anderszins verkoop van waren aan par
ticulieren te plegen.
Hieruit volgt, dat op werkdagen tussen 5.00 uur
's morgens en 18.00 uur 's avonds t.a.v. het open
stellen van tentoonstellingen geen beperkingen gel
den.
Buiten genoemde uren mogen derhalve tentoonstellin
gen in beginsel niet voor 't publiek worden open
gesteld.
Op basis van artikel 12, 2e lid van de winkelslui
tingswet 1951 is het college van burgemeester en
wethouders bevoegd op een daartoe strekkend ver
zoek ontheffing te verlenen van de verboden, als
bedoeld in de artikelen 2, 8 en 10 van de winkel
sluitingswet ten behoeve van:
a. feestelijkheden en bijeenkomsten met een cultu-