14 OKTOBER 1976 1433 het college daarvan dan publiekelijk afstand van nemen, zodat eventuele partij-politieke elementen bij correcte weergave van het ge sprokene door de wethouder van economische za ken duidelijk voor rekening blijven van de heer J. van Graafeiland en NIET van de wethou der van economische zaken van Breda. 5. Gelet op de onrust, die door het vermeld arti kel kan ontstaan, verzoeken wij U bovengestel de vragen ten spoedigste te beantwoorden en voorts op zeer korte termijn de aan de boven- gemeentelijke overheid gerichte verwijten in de commissie economische zaken aan de orde te stellen. ANTWOORD In antwoord op de door U gestelde vragen over een publikatie in De Stem van 12 juni j.l. onder de kop "Wethouder vraagt hoger tempo overheid" delen wij U het navolgende mede. Bij de uitvoering van het gemeentelijke werkgele genheidsbeleid wordt in een aantal gevallen door de wethouder van economische zaken op verzoek van in Breda gevestigde bedrijven en met het oog op de werkgelegenheidsontwikkeling daarin bemiddeld tussen die bedrijven en de provinciale- en rijks overheid. Deze veelal strikt vertrouwelijke bemid deling bestaat uit het leggen van de nodige con tacten tussen de desbetreffende bedrijven en de betrokken overheidsinstellingen, met name de pro vincie, zodanig dat zo optimaal mogelijk, direct overleg kan plaatsvinden. Een dergelijk overleg en de afwikkeling daarvan lenen zich nauwelijks nog voor een actieve rol van de gemeente. Bemiddelingen vinden plaats voor twee duidelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1433