14 OKTOBER 1976
1449
in onze stad helaas nog steeds bestaat, maakt het
noodzakelijk de hoogste urgentie toe te kennen aan
de totstandkoming van woningen waarmee in deze be
hoefte kan worden voorzien. Daarbij speelt het te
gengaan van de ongewenste suburbanisatie eveneens
een belangrijke rol.
Afgezien van de eerder genoemde problemen wil
ik in dit verband ook nog op de werkgelegenheid
wijzen. Wanneer niet gelijktijdig met de woning
bouw een goed werkgelegenheidsbeleid zou worden
geëntameerd, zou een zeer onevenwichtig beeld ont
staan, hetgeen, gezien het in ons gewest reeds ho
ge werkloosheidspercentage, onaanvaardbaar zou
zijn. Hierop wordt ook door de minister in de no
ta gewezen. Hij constateert dat de trek naar Bra
bant voor een groot deel.door de aantrekkelijkheid
van het woonmilieu en door de aanwezigheid van
grote groengebieden wordt veroorzaakt. West-Bra
bant mag geen forensengebied voor de randstad wor
den, te meer niet omdat West-Brabant, gelegen tus
sen de randstad, België en het Duitse Ruhrgebied,
nog volop mogelijkheid tot een gunstige ontwikke
ling van de werkgelegenheid heeft. Deze ontwikke
ling mag niet worden gefrustreerd door grote groe
pen forensen die met het gebied geen enkele eco
nomische binding hebben.
Met het voorafgaande heb ik in betrekkelijk
grove lijnen een aantal problemen aangegeven. Het
antwoord op deze problemen kan en mag Breda niet
alleen geven en het is dan ook van groot belang
dat het structuurplan van het stadsgewest snel tot
stand komt. Bovendien is het onontbeerlijk dat
het streekplan, of, zo men wil, de herwaardering
ervan, in procedure wordt gebracht. Het is echter
te hopen dat een en ander niet te lang gaat duren,
want de tijd dringt. Naar onze mening is het een
positief punt dat in het komende najaar kan wor
den beschikt over de nota "regionaal economisch
beleid" die ons wellicht meer duidelijkheid kan
verschaffen betreffende de werkgelegenheidspro-