1452 14 OKTOBER 1976 kunnen wegtrekken, zijn natuurlijk hoofdzakelijk de mensen die de beste mogelijkheden hebben. Het zijn vooral de mensen uit de hogere sociaal-econo mische lagen en de gezinnen met jonge kinderen die wegtrekken. Wanneer men dit constateert, kan men al nagaan wat er gebeurt: in de randstad dat is heel duidelijk met cijfers aangetoond treedt een verpaupering op van de mensen die nog over zijn want de mensen die wèl mogelijkheden hebben trek ken weg. Tegelijkertijd treedt er een groei op in dor pen in aantrekkelijke gebieden, waardoor zich al lerlei snelle veranderingen voordoen. De kleine woongemeenschappen zijn daar niet op ingesteld, zodat er sociale problemen ontstaan. Dat is niet het enige: er gaan tussen de gebieden waar wèl werkgelegenheid maar een slecht woonklimaat is enerzijds en het gebied met een goed woonklimaat maar zonder werkgelegenheid anderzijds woon-werk- -verkeer-stromen ontstaan die een enorme omvang gaan aannemen. Er worden nu al afstanden van meer dan 50 km. overbrugd. Door de teruggang van het economische leven, in het bijzonder in de industriële sector en meer in het bijzonder in de metaalindustrie, gaat ook in de randstad,waar niemand dat enkele jaren geleden had verwacht, werkloosheid optreden. Als het in de randstad niet goed gaat, gaat het in de perife re gebieden waaronder West-Brabant meteen stukken slechter. Mogelijkheden om werkgelegenheid vanuit het overvolle westen te laten "overlopen" zijn er waarschijnlijk niet. In die situatie komt men er niet meer met een verstedelijkingsnota maar zal men de geweldige problematiek op een andere wijze moeten oplossen, bijvoorbeeld door naar ar beidsverdeling te streven. Daarnaast komen door automatisering en door nieuwe technologieën veel mensen zonder werk. Ook daarmee zullen we bij de inrichting van onze ste den rekening moeten houden. Door herstructurering in het bedrijfsleven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1452