14 OKTOBER 1976 1455 komen terecht in wijken waar het wonen minder ple zierig is. Ik daal vervolgens af naar het laatste niveau het wijk- en buurtniveau, dat overigens naar onze mening het belangrijkste is. Zoals ik reeds heb gezegd, treedt in de oudere buurten verdringing van het wonen door de andere functies op, terwijl in de nieuwe wijken schraalheid de boventoon voert vooral als hoogbouw in het geding is. In de hoog- bouwgebieden gaan problemen op het gebied van het sociaal functioneren ontstaan. Vertrouwde ontmoe tingspunten zoals het winkeltje op de hoek en het buurtcafé, zijn er niet of liggen te ver weg, zo dat er geen mogelijkheden tot allerlei spontane contacten zijn. Een ander probleem op het terrein van de so ciale isolatie wordt gevormd door de opvang en de huisvesting van bejaarden. Op het ogenblik is er gelukkig een kentering, zoals we straks bij de be handeling van het bestemmingsplan Heusdenhout zul len zien, maar tot voor kort werden bejaarden op gevangen in aparte, vaak grootschalige complexen. De bejaarden leven daardoor afgezonderd en vereen zaming dreigt. De opsomming die ik tot nu toe heb gegeven, laat zien dat zich op alle niveaus op landelijk niveau, op regionaal niveau, op stadsniveau en op buurt- en wijkniveau verwante problemen voor doen. Wonen en werken zijn verder uit elkaar ge trokken; er dreigt verschraling. De cijfers met betrekking tot de leegloop van de grote steden, zowel op het gebied van de werkgelegenheid als op het terrein van de bewoning, spreken wat dit be treft duidelijke taal. Ook de toenemende autostro men, de duidelijk waarneembare verpaupering in de oudere stadsdelen en de naargeestige sfeer in de hoogbouwcomplexen laten zien dat de processen die aan de problemen ten grondslag liggen een grote omvang hebben en dat ook de gevolgen op een zeer grootschalig niveau liggen. Het is erg moeilijk er nog iets aan te doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1455