145 5 FEBRUARI 1976 erg rooskleurig uitziet, maar dit neemt niet weg dat wij van mening zijn dat de bewoners en de huis eigenaren ter plaatse behoren te weten wat de ge meente daar van plan is. In de commissievergadering is medegedeeld dat overleg met de bewoners gaande was, maar de informatie die ik zelf heb verzameld levert een enigszins ander beeld op. Ik heb de be woners van de nrs. 24, 26, 28, 32, 34, 38 en 42 be zocht; verder had ik geen tijd. Slechts in twee ge vallen bleek men summier iets te hebben vernomen. De bewoner van nr. 34 had via zijn huisbaas vernomen dat de gemeente om zijn huis was geweest; de huis baas had echter gezegd dat hij niet van plan was het huis te verkopen en dat de bewoner er mocht blijven wonen. Op nr. 42 is in oktober/november een zekere heer Smits van openbare werken geweest, die aan de bewoner heeft gevraagd of hij soms wilde verhuizen. Wij vragen ons af op welke gronden de gemeente dit doet. Natuurlijk zijn wij verantwoordelijk voor goe de woon- en leefmogelijkheden, maar desondanks vindt mijn fractie deze procedure enigszins vreemd. Mis schien kan de wethouder er iets meer over vertellen en aangeven of deze procedure gebruikelijk is. De bewoners van het pand nr. 26 hebben bijvoor beeld hun huisje onlangs in mei gekocht. Zij hebben daar veel onkosten voor gemaakt en zij schrokken bij het horen dat de gemeente van plan is de wijk te slopen. Wanneer wij over de bewoners van het pand nr. 38 spreken ik zou alle namen kunnen ge ven, maar ik meen dat dat niet gebruikelijk is weet ik niet of het de wethouder bekend is dat hier een bedrijf in het geding is waartoe 8.000 m2 grond, 2.000 nertsen, alsmede de daarbij benodigde instal laties behoren. Al met al vinden wij het beschikbaar stellen van een krediet voor de IJpelaarstraat zeer voorba rig. Het zou ertoe kunnen leiden dat sommige panden die nu gemeente-eigendom zijn worden gesloopt, het geen voor de overblijvende bewoners, als er al van een slechte woonsituatie sprake zou zijn, in ieder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 145