14 OKTOBER 1976 1463 De heer HOUBEN: De heer Ten Wolde zegt dat we de eerste buit binnen hebben. Is dat nu wel een goede opmerking? Ten koste van wie wordt die buit binnen gehaald? De heer TEN WOLDE: Ik heb duidelijk gezegd dat ik het woord "buit" tussen aanhalingstekens wenste te plaatsen. Het betrokken gebied biedt mo gelijkheden voor een oplossing van de woningpro- blematiek; dat noem ik dan de "buit". We zullen een deel van de woningnood, waar de groepering van de heer Houben zo vaak over spreekt, in onze stad kunnen oplossen. De opmerking die ik wilde maken heeft er be trekking op dat er ten aanzien van Haagse Beemden een tweede hoofdstuk komt. Ik zou erop willen wij zen dat wij ons het recht voorbehouden om tijdens de raadsvergadering van december a.s. over de Haagse Beemden enkele punten uit de verstedelij- kingsnota te behandelen, omdat er tussen de ver stedeli jkingsnota en het Haagse Beemden-plan toch wel een relatie is. Wethouder VAN DUN: Bij mijn beantwoording van de door de raad gemaakte opmerkingen zal ik proberen niet in een soortgelijke situatie te ge raken als de heer Houben, die zich moest veront schuldigen omdat hij nogal lang had gesproken. Als ik zeer uitgebreid zou spreken, zou ik naar ik meen aan de essentie van het preadvies voorbij gaan. Terecht hebben de heren Van Duijl, Houben en Ten Wolde gezegd dat de verstedelijkingsnota een bijzonder belangrijk stuk is. Naar aanleiding van de filosofie die de heer Houben vanuit zijn partij gebondenheid en vanuit zijn inzicht in het maat schappelijk gebeuren over de verstedelijkingsnota heeft ontvouwd, moet mij van het hart overigens loop ik daarmee vooruit op de discussie die we nog moeten gaan voeren dat je eigenlijk met dat verhaal nog niets kan doen als je het niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1463