14 OKTOBER 1976
1473
sie in het preadvies de aanwijzing van
Breda als groeistad aangehouden moet wor
den tot het toegezegd preadvies voor
voorjaar 1977, dit vanwege de onopgelos
te problemen inzake overloop van mensen
en werkgelegenheid en de thans plaats
hebbende herwaardering van het streek
plan West-Brabant;".
Voldoende ondersteund zijnde maakt het gewij
zigde amendement 3 van de heer Houben c.s. mede
onderwerp van beraadslaging uit.
De VOORZITTER: Opdat het college zijn stand
punt over de wijziging van het amendement kan be
palen, schors ik de vergadering.
SCHORSING.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.
Wethouder VAN DUN: In tweede instantie ant
woordend wil ik mede op het gewijzigde amendement
nr. 3 ingaan. Ik weet in alle eerlijkheid niet of
de heer Houben en de zijnen bereid zijn te lézen.
Als we de brief van de minister van 11 september
1975 nemen ik vind nog steeds dat zelfs deze
minister ook voor dit college wijze woorden
spreekt kunnen we weten waar we voor staan. In
deze brief schrijft de minister:
"De woningbehoefte waarin Breda op middel
lange en lange termijn zal moeten voorzien,
staat nog niet vast. Daarbij gaat het niet
alleen om het opvangen van de natuurlijke
aanwas en van de gezinsverdunning, maar ook
om de gebundelde opvang van een nog te be
palen deel van de niet binnen de randstad op
te vangen onvermijdelijke migratie uit de
zuidvleugel van de randstad. Deze woningbe
hoefte zal echter naar verwachting zeer aan
zienlijk zijn. Voor het opvangen van deze be-