14 OKTOBER 1976
1475
in stemming willen brengen, waarbij men nog stem
verklaringen kan afleggen wanneer men dit wénst.
Men zal begrepen hebben dat het college te
gen amendement 1 geen enkel bezwaar heeft en het
derhalve zou willen overnemen.
De heer TEN WOLDE: Ik zou over dit amendement
graag stemming willen.
De VOORZITTER: Dan stèmmen we toch! Wordt
het verzoek om stemming voldoende ondersteund?
De heer TEN WOLDE: Ook enkele andere leden
van mijn fractie verzoeken om stemming. Misschien
bestaat de mogelijkheid om een stemverklaring af
te leggen?
De VOORZITTER: Natuurlijk, dat heb ik toege
zegd.
De heer TEN WOLDE: In tweede instantie heb ik
al iets over dit amendement gezegd. Volgens het
amendement zouden de reacties van het N.K.V. Breda,
de Stichting Buurt- en Wijkopbouwwerk, een tiental
buurtorganisaties en de inspraakgroep Breda
P.v.d.A./P.P.R. en het St.A.R.-advies dat staat
er nota bene bijvoor kennisgeving moeten wor
den aangenomen. Ik ben van mening dat deze stukken
thans niet voor kennisgeving moeten worden aange
nomen, maar te zijner tijd integraal in de proce
dure moeten worden betrokken. Op grond van deze
overwegingen zijn de heer Taks en ik tegen het
amendement
De VOORZITTER: Het is de bedoeling dat deze
stukken op dit ogenblik voor kennisgeving worden
aangenomem en dat we in de latere procedure op het
geheel, met de stukken die daarbij behoren, terug
komen. Dat is de intentie van het college en in
die zin hebben wij geen bezwaar tegen amendement
1