1488 14 OKTOBER 1976 ties namens het college al gezegd wat er maar te zeggen is. Ik ben het met de heren Van Duijl en Ten Wolde eens dat het bij dit voorstel met name om het doen maken van kaarten gaat. Mijns inziens zal de heer Houben zichzelf toch wel serieus moe ten blijven nemen. Hij heeft gevraagd waarom wij juist voor deze vier gebieden kaarten willen laten maken, maar ik heb al gezegd dat dit samenhangt met een heel belangrijke prioriteit in het kader van de binnenstad, namelijk de woonfunctie. Voor alle vier gebieden die hier worden genoemd zijn plannen met betrekking tot de woonfunctie van de binnenstad in voorbereiding. Ik geloof dat een dergelijke prioriteitstelling niet in strijd is met de optiek en de prioriteitstelling ten aanzien van de binnenstad van welke fractie dan ook. De opmerking van de heer Ten Wolde is mij in tweede instantie duidelijk geworden. Inderdaad had het punt van de personeelsuitbreiding iets zorg vuldiger aan de raad moeten worden voorgelegd. Het is voorts fysiek onmogelijk vóór de be grotingsbehandeling een volledig inzicht in het onder handen zijnde werk in de binnenstad te geven De heer Houben weet echter beter dan wie ook hoe het proces momenteel verloopt. Inderdaad moet op grond van de kosten-baten-analyse de prioriteit stelling met betrekking tot de genomen besluiten worden bepaald. Ik meen dat ik in de commissie ruimtelijke ordening al duidelijk naar voren heb gebracht dat daarvoor de gang naar het departement zal moeten worden gemaakt. De heer Schaeffer heeft ons niet willen ontvangen, maar verwees ons naar de provinciale commissie stadsvernieuwing, waarmee aanstaande donderdag een gesprek wordt geëntameerd Zo lang wij niet weten welke financiële bijdrage het rijk voor de operatie van de binnenstad zal geven, heeft het geen zin met een integrale prio-- riteitstelling naar de raad te komen. Dat betekent echter niet dat wij de Leuvenaar straat en de Mid^- dellaan voorlopig maar moeten laten liggen en dat wij nog niets aan de woonbebouwing in de Beyerd,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1488