14 OKTOBER 1976
1489
het alternatieve woonbebouwingsplan voor de Bey-
erd-rVlaszak en de Spoorstraat moeten doen. Het
college zou daar niet achter kunnen staan.
De VOORZITTER: Ik meen te kunnen vaststellen
dat er met betrekking tot het voorstel als zoda
nig in de raad geen verschil van mening bestaat
en dat overeenkomstig het voorstel kan worden be
sloten
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.
De VOORZITTER: Ik wil wat de motie betreft
niet al te formeel handelen. Als men er prijs op
stelt dat zij nu wordt behandeld, wil ik haar in
stemming brengen.
De heer VAN BANNING: Ik heb daar toch wel
bezwaar tegen. Wij praten voortdurend over dingen
die los van het voorstel staan en als u dat laat
doorgaan schept u een precedent voor de toekomst.
De VOORZITTER: De indieners van de motie heb
ben als argument aangevoerd dat wij in het voor
stel een verband met de te ontplooien activitei
ten in het kader van het binnenstadsplan hebben
gelegd. Misschien was het inderdaad wat onverstan
dig van ons die zin in het voorstel op te nemen,
maar dat is nu eenmaal gebeurd en men moet bereid
zijn voor zijn eigen zonden te boeten. Ik wil
daarom niet te formeel handelen en de motie in
stemming brengen, zo zij wordt gehandhaafd.
De heer HOUBENIk wil mijn motie inderdaad
handhaven, maar misschien kan zij beter na de
pauze in stemming worden gebracht.
De VOORZITTER: Het lijkt mij beter dat nu
wordt gestemd, opdat dit punt zal zijn afgedaan.