5 FEBRUARI 1976
148
dat mij er toe heeft gebracht in overleg met de di
recteur openbare werken aan de commissie voor open
bare werken een werkwijze voor te stellen waarbij
men de vinger nog nader aan de pols kan houden. De
raad voteert volgens die werkwijze het krediet zodat
wij de beschikbare door gedeputeerde staten goedge
keurde middelen hebben om slagvaardig te zijn, doch
voordat wij het maandelijks "slooppakket" metterdaad
gaan uitvoeren, zullen wij de verplichting daar
toe hebben wij op ons genomen de commissie voor
openbare werken mededelen wat er de komende maand
dient te gebeuren, waarom dit dient te geschieden en
tot welk plan het in relatie staat. Een dergelijke
gang van zaken heeft drie voordelen. Op de eerste
plaats krijgt het raadslid de heer Lambregts
heeft de behoefte daaraan onder woorden gebracht
de mogelijkheid zijn achterban te informeren, ter
wijl b. en w. de mogelijkheid krijgen de raad te
informeren. Op de tweede plaats is het voor een
raadslid dat het niet met de voorgenomen gang van
zaken eens is, te allen tijde mogelijk door middel
van een initiatief-voorstel aan de raad of anders
zins te bevorderen dat het desbetreffende slooppro
gramma wordt teruggenomen. Op de derde plaats
hiermee ga ik naar ik meen op veel vragen in
wordt er een zeer duidelijk signaal naar buiten ge
geven: wanneer het college metterdaad tot sloop wil
overgaan het Van Coothplein vormt in dezen een
goed voorbeeld kan men het college in de commis
sie voor openbare werken vragen of het, als er een
wijkcomité is, met het wijkcomité over de plannen
heeft gesproken en hoe een en ander wordt ervaren.
Er zijn dus drie aspecten aan de voorgenomen gang
van zaken verbonden: een signaal, informatie en
controle op het beleid van het college.
Op grond hiervan kan met betrekking tot de
lijst voor 1976 worden vastgesteld dat wij niet op
dit ogenblik besluiten de daarop voorkomende panden
in 1976 te slopen. Er staan echter ontwikkelingen
op het punt voor te vallen waarvoor wij in de tou-