1494 14 OKTOBER 1976 weet gaan wij panden en dergelijke in de stad Breda aankopen, welke te zijner tijd in de exploi tatie-opzet van het totale bestemmingsplan terecht komen, waarna wij tot een rendabele exploitatie overgaan. Het gaat hier dus niet om een nog be schikbaar zijnd krediet waarmee wij iets kunnen doen. Als bepaalde aankopen conform het aankoop programma niet plaatsvinden, moet het daarvoor be nodigde krediet gewoon worden teruggeboekt. Het volgende jaar moet dan een nieuw krediet worden verleend. Wij kunnen dus van het resterende kre diet geen panden in de binnenstad aankopen, hoe graag wij dat ook zouden willen voor bijvoorbeeld één- of tweepersoonshuishoudens. Er is hier spra ke van een bepaalde vorm van dekking in het grond bedrijf en een bepaalde vorm van kredietvotering. Dit betekent derhalve dat de motie door het colle ge niet alleen onaanvaardbaar maar zelfs onuit voerbaar wordt geacht. De heer GEENE: Ik had een dergelijk antwoord van de wethouder verwacht en daarom ben ik in eerste instantie ook niet op dit voorstel inge gaan. Mevrouw Paulussen sprak over twee heel ver schillende dingen en natuurlijk wist zij dat ook wel. Ik begrijp dan ook niet waarom zij de door haar ingediende motie nodig achtte. Wij hebben diverse malen de aankoop van panden in de binnen stad aangekaart, maar er is ons meegedeeld dat wij daar nog' niet aan toe zijn. Dat is ook een heel ander chapiter dan wat thans aan de orde is. Aan de motie hebben wij dan ook geen behoefte. Mevrouw PAULUSSEN: Ik begrijp een heel klein beetje van de gemeente-financiënen als in een bepaald jaar een krediet wordt verleend dat niet wordt opgebruikt kunnen mijns inziens met het res terende bedrag natuurlijk andere dingen worden ge daan. Als wij op dit moment een krediet voor 1976 vaststellen, is dat krediet duidelijk aan een aan tal projecten en plannen gekoppeld, welke overigens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1494