1510
14 OKTOBER 1976
Mevrouw STUTTERHEIM-EDELING: Ik heb niet ge
zegd dat u er niets aan doet, maar dat u toezeg
gingen hebt gedaan die u nog niet hebt waargemaakt.
U bent dat misschien wel van plan maar tot op he
den is het nog niet gebeurd.
Wethouder VAN DUN: In de laatste vergadering
met het wijkcomité-Breda-Oost is dit punt onder
werp van gesprek geweest, waarbij de politie aan
wezig was. Het is mij bekend dat de politie met
het wijkcomité verder over een mogelijke oplossing
voor de Heerbaan zal spreken. Hier wordt overigens
iets te gemakkelijk over gedacht. Er is onder an
dere gesuggereerd verkeerslichten te plaatsen,
maar uit verkeerstechnisch oogpunt is dat geen op
lossing want daardoor zou de Heerbaan nog gevaar
lijker worden. Mevrouw Stutterheim heeft echter
volstrekt terecht gezegd dat de Heerbaan niet goed
wordt gebruikt en dat de situatie tot te snel rij
den uitnodigt. Wij zullen dan ook een oplossing
moeten vinden die tot gevolg zal hebben dat de
Heerbaan anders zal worden gebruikt dan nu het ge
val is. Ik heb dan ook geen enkele moeite met de
motie van mevrouw Stutterheim.
De VOORZITTER: Zoals u al zult begrepen is
het college bereid de motie van mevrouw Stutter
heim over te nemen. Kan de raad daarmee instemmen?
De heer VAN DUIJL: Ik kan alleen maar beves
tigen dat het gestelde in de motie terecht is en
wij hebben met deze motie dan ook geen enkele
moeite
De heer TEN WOLDE: Wat betreft de inhoud van
de motie kan er geen enkel misverstand bestaan,
want de feitelijke situatie is daarin duidelijk
weergegeven. Wij zullen dan ook niet tegen de mo
tie stemmen, zij het dan dat wij haar niet direct
noodzakelijk achten, aangezien er al aan een op
lossing wordt gewerkt.