14 OKTOBER 1976
1519
toen nog met de hondekarom daar aan de man te
worden gebracht. Ook in het bestemmingsplan-Heuvel
van 1976 is ruimte voor deze vorm van beroepsuit
oefening opengelaten, De omstandigheden hebben
echter vele wijzigingen ondergaan, waarvan ik er
enkele wil noemen, die een optimaal uitoefenen
van het tuinbouwbedrijf verhinderen. In de eerste
plaats noem ik dan de hinder voor de omwonenden,
in de tweede plaats kunnen er geen gegadigden meer
worden gevonden voor het enigszins rendabel maken
van de grond voor dit beroep en in de derde plaats
is de ruimte welke de gemeente voor de bouw van
eengezinswoningen beschikbaar heeft, zeer beperkt.
Als bij wijze van particulier initiatief wordt
verzocht voor de bouw van eengezinswoningen mede
werking te verlenendient de gemeente daar op
zijn minst positief tegenover te staan. De wet
schrijft evenwel voor dat daarvoor een partiële
herziening van het betreffende bestemmingsplan
nodig is, wat echter onrust en onzekerheid bij de
bewoners in en rond het aan de orde zijnde gebied
tot gevolg heeft. Reeds in een zeer vroeg stadium
zijn in dit geval de bewoners van het eerste plan
op de hoogte gesteld. Tijdig werden twee hearings
georganiseerd, terwijl de St.A.R. zich moedig
over de ontwerpen boog. Er kan bepaald worden ge
steld dat de St.A.R, nogal wat verschuivingen wist
aan te brengen: het aantal woningen werd van 50
naar 32 teruggebracht, het centraal parkeren in
het hof werd geschrapt en aan de speelvoorzienin-
gen werd veel aandacht besteed. Van het tweede
plan kan eigenlijk alleen maar worden gezegd dat
het een goed plan is, het is ruim van opzet en er
is voldoende groen aanwezig. Het zal dan ook een
genoegen zijn straks in dit Joshof te kunnen wo
nen, wat niet wegneemt dat de bezwaren van de om
wonenden voor een gedeelte blijven bestaan.
Op 1 april maakte dit voorstel deel van de
besprekingen in de commissie ruimtelijke ordening
uit, voor welke besprekingen wij de notulen kun
nen raadplegen. De conclusie van die behandeling