14 OKTOBER 1976 1521 voorleggen 1Wat is het resultaat van het overleg dat met de initiatiefnemer van het plan zou worden ge voerd betreffende de verdeling van de kosten bij de aanleg van speelvoorzieningen? 2Kunt u toezeggen dat de bomen welke binnen de omlijning van het plan vallen zo mogelijk zul len worden gehandhaafd? 3. Wilt u het bedrijf, dat al dan niet terecht ter plaatse is gevestigd, zich zodanig binnen de gestelde normen laten bewegen dat het geen aanstoot bij de realisering van het bebouwings plan geeft? Tenslotte wil ik nog iets zeggen aan het adres van degenen die tegen het verlies van een stuk natuur met vele soorten vogels bezwaren meenden te moeten aantekenen. Vele bomen, waaron der ook waardevolle en zeer hoge, blijven behou den, in welk verband ik onder andere denk aan de grote tuin van het pand Joshof aan de Haagweg. Men zal straks met mij tot de conclusie komen dat nog vele soorten vogels, hoe zij ook gebekt zijn, hun lievelingsgeluid voor de huidige en toekom stige bewoners zullen laten horen, De heer HOUBEN: Wij kunnen het betoog van de heer Goos grotendeels onderschrijven en daarom kan ik met nog slechts twee opmerkingen volstaan. In de eerste plaats wil ik iets zeggen over de bestemming magazijnen en ambachtelijke bedrij ven, Bij de inspraak en uit de bezwaren en in feite ook uit het St.A.R.-advies is naar voren gekomen dat men bezwaren tegen de vestiging van het kleine ambachtelijke bedrijf heeft, met name vanwege de verkeersonveiligheid die daardoor zou kunnen optreden, Wij willen daarom voor dit punt speciaal de aandacht vragen, Overigens zijn wij er niet a priori op tegen dat werkgelegenheid in een woonomgeving wordt ingeplant, zoals ik zoëven in het verhaal over de verstedelijkingsnota al heb gezegd. Hetgeen echter is opgemerkt bij de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1521