14 OKTOBER 1976 1525 een actief beleid wil voeren om dat bedrijf daar weg te krijgen. Voor een gedeelte kan ik echter de bezorgdheid van de bewoners onderschrijven. Wat betreft de illegale opslag heb ik in Heuvelzicht al gezegd dat de gemeente wellicht stappen kan on dernemen om de mogelijke overlast van visuele aard op te heffen. Voor het bedrijf dienen daarbij mo gelijkheden te worden geschapen, maar ook van be- drijfszijde zal enige soepelheid moeten worden be tracht. Op dat punt heb ik dus bewust een deel van de bezorgdheid van de bewoners overgenomen. Gezien de indeling en de ruimtelijke opzet van het plan kunnen wij met uw voorstel volledig akkoord gaan, mede omdat hiermee een bijdrage tot kwalitatief goede woningbouw in onze binnenstad wordt geleverd. De VOORZITTER: Ik schors een ogenblik de ver gadering voor beraad, SCHORSING, De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Wethouder VAN DUN: Hoewel dit belangrijke agendapunt al een aantal maanden in Breda en zeker in de betreffende omgeving stof tot spreken geeft, hoop ik dat de raad het mij toestaat dat ik er niet te lang over zal praten, Ik kan mij in grote lijnen aansluiten bij hetgeen de heer Goos over de historische achter gronden van het gebeuren heeft gezegd. Het zou vermoedeiijK te veel beslag op uw tijd leggen als ik zijn woorden zou herhalen. De heer Goos heeft gevraagd hoe het staat met het overleg met de initiatiefnemer inzake de speelvoorzieningenIk moet eerlijk zeggen dat de uitkomst van die gesprekken mij niet bekend is, maar in de commissie ruimtelijke ordening zal ik daarover nadere informaties verstrekken. De heer Goos heeft vervolgens een vraag over

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1525