1526
14 OKTOBER 1976
het bomenbestand gesteld. Vanmorgen heb ik nog
inlichtingen ingewonnen bij de directeur van de
afdeling beplantingen. Uit zijn mededelingen heb
ik de indruk gekregen dat er geen bomen zullen
worden gerooid en dat er alleen een haag zal wor
den verwijderd die op het te bebouwen terrein
staat.
Voorts hebben de heren Goos en Houben over
het bedrijf ter plaatse en de opslagplaats ge
sproken. Het is niet juist te stellen dat het col
lege de opslagplaats heeft toegestaan, het colle
ge heeft die gedoogd. Gedogen is een houding die
in politieke zin in Nederland niet onjuist be
hoeft te zijn en die door wel meer mensen wordt
aangenomen. In de motie wordt uitgesproken dat het
college met dit gedogen niet juist heeft gehan
deld en daarom moet het college aanneming van de
motie ontraden. Hoewel het hier een detailpunt
betreft, proeven wij uit de motie een zekere af
keuring in de richting van het college en dat er
varen wij als niet leuk.
De heer Houben heeft ook een motie over het
bedrijf daar ter plaatse ingediend. Er ligt thans
een ruimtelijk ordeningsplan voor waarin dat be
drijf is ingepast, zodat het dus ook in het kader
van de ruimtelijke ordening is getoetst. De heer
Goos heeft gevraagd of ervoor kan worden gezorgd
dat de bewoners zo min mogelijk overlast van het
bedrijf zullen ondervinden. Zoals u weet is dat
echter in de commissie ruimtelijke ordening al
toegezegd en zullen er gesprekken tussen de afde
ling stedebouw en de betrokkene plaatsvinden. Met
name zal ook in het kader van de te treffen ver
keersmaatregelen worden getracht de situatie aan
vaardbaar te maken en te houden. De heer Houben
nodigt ons in zijn motie uit te bezien of in over
leg met de betrokkene verplaatsing van het bedrijf
tot de reële mogelijkheden behoort. Ik wil naar
aanleiding daarvan nogmaals zeggen dat wij het
bedrijf in het kader van de ruimtelijke ordening
hebben aanvaard. Bovendien zouden wij een te