153
5 FEBRUARI 1976
wenst enkele van de panden onbewoonbaar te verkla
ren, waartoe de raad dan ook heeft besloten. Ik
wijs er voorts op dat er procedures met betrek
king tot de inspectie van de volksgezondheid op
touw zijn gezet om ook enkele andere huizen in de
IJpelaarstraat onbewoonbaar te verklaren. Op grond
van dit alles is het college van mening dat met de
bewoners zal moeten worden gesproken over huisves
ting elders in de stad, waar de verantwoordelijkheid
van het stadsbestuur zich beter met de feitelijke
situatie verdraagt dan op deze plaats. Dat daarover
met de bewoners moet worden gesproken, is duidelijk.
Ik heb echter al toegezegd dat dat op elk ogenblik
zal gebeuren. Ook deze woningen worden, als de raad
het voorstel aanneemt, niet morgen gesloopt.
Samenvattend merk ik het volgende op. Ik heb
verklaard waarom de raad het programma voor 1975
vandaag moet goedkeuren. Voorts heb ik gezegd dat
artikel 56 van de woningwet is bestudeerd en dat er
in het college een besluit over is genomen: aan de
raad zal op 8 maart daaromtrent het een en ander
worden voorgesteld. Slopen is een onsympathieke
maatregel, die men echter in dit kader zal moeten
zien als een activiteit die noodgedwongen moet wor
den verricht om creatieve activiteiten mogelijk te
maken. Daarnaast heb ik gezegd dat er met de bewo
ners en met de raadscommissie zal moeten worden ge
sproken over elke ingreep die wij doen; dit is een
vrij nieuwe toezegging, die mijns inziens de moeite
waard is. Tot slot heb ik betoogd dat het in één
keer verstrekken van een sloopkrediet een handrei
king van de raad aan het college is, waardoor ter
zake van de uitvoering van plannen, zeker in het
kader van goedkeuringsprocedures, slagvaardig kan
worden geopereerd.
De heer VAN ASSELDONK: De wethouder heeft mijn
fractie niet duidelijk kunnen maken wat er voor een
plan voor de IJpelaarstraat ligt. Ik neem aan dat
er geen plan is. De wethouder heeft gezegd dat het
college het niet verantwoord vindt dat er mensen