5 FEBRUARI 1976
154
wonen en daarom de panden wil slopen. Er zijn ook
mensen die het niet verantwoord vinden in een flat
te wonen, maar daarom overweegt het college nog niet
flats te gaan slopen! Het is natuurlijk een zaak
van goed bestuur.
Ik vind het heel erg jammer en ik meen dat
serieus dat een wethouder door zijn ambtenaren
verkeerd wordt ingelicht. Uit een nota van 22 juni
1973 blijkt dat door de familie Braspennings een be
drag van 300,voor de rioolaansluiting is be
taald. Er zijn nog veel meer huizen die op het ri
ool aangesloten zijn en ik meen dan ook dat het ge
bruikte argument niet geldt. Ik ben het wel met de
wethouder eens, maar ik wil voorkomen dat de gemeen
te in staat is enkele panden, die toch al gemeente
eigendom zijn, te slopen. Er zijn al zes panden
dichtgespijkerd. Als de raad het sloopkrediet goed
keurt, maakt hij het mogelijk dat de gemeente enke
le panden sloopt, waardoor de situatie voor de be
woners onprettiger zal worden. Straks wordt er dan
natuurlijk een hoorzitting belegd waarop het colle
ge zich verontschuldigt, mededeelt dat de situatie
sociaal onverantwoord is maar dat er geen andere
mogelijkheid was. Iets dergelijks heeft zich ook
met betrekking tot het gebied Leuvenaarstraat/Mid
dellaan voorgedaan. Wij zijn dan ook van plan het
aangekondigde amendement in te dienen, vooral ook
omdat de wethouder heeft gezegd dat wij het kunnen
hebben zoals wij het willen.
Wethouder VAN DUN: In het kader van uw eigen
verantwoordelijkheid! Mijn grote bezwaar tegen uw
betoog is dat u die maatstaf op elke onbewoonbaar
verklaring, ook in de binnenstad van Breda, van toe
passing moet doen zijn en dan zijn wij nog niet ja
rig!
De heer VAN ASSELDONK: Ik heb het niet over de
onbewoonbaarverklaring, maar
Wethouder VAN DUN: Ik heb het daar wel over.