9 NOVEMBER 1976.
1552
werkers. Oude gevestigde structuren worden hervormd
en móeten worden hervormdmaar het gaat naar ons
gevoel moeizaam en traag. Ieder vecht voor eigen
standje; zo komt het althans bij ons over. Wil de
wethouder in zijn antwoord dit onderwerp belichten
en er zijn visie op geven? Ik zou hem willen vra
gen daarbij vooral te denken aan de overlappingen
die naar ons gevoelen bestaan.
Aandacht vraag ik ook voor de gezondheidssec
tor. Per 1 januari 1977 gaat de gemeentelijke
dienst over naar de gewestelijke dienst, een goede
zaak, vinden wij, die echter zoals mijn fractiege
noot Eissens kortgeleden heeft gezegd toch een
beetje pijn doet, omdat wij een goed functioneren
de organisatie uit handen moeten geven. Het past
ons de betrokken wethouder, die deze pijn in veel
heviger mate moet hebben ervaren, te prijzen voor
zijn inspanning om de gelegenheid te openen dat
een grotere bevolkingsgroep van deze voortreffelij
ke vorm van dienstverlening gaat profiteren. Hij
had zich een wat andere organisatiestructuur vooraf
gesteldmaar hij heeft toch de grootheid kunnen
opbrengen hier geen halszaak van te maken.
Eén zaak baart ons grote zorgen: het is opval
lend stil rondom de bouw van een regionaal zieken
huis en de samenwerking van de ziekenhuizen onder
ling. Wij zouden het regionale ziekenhuis met super
specialisme bijzonder graag in Breda willen hebben,
tenzij er duidelijke argumenten zijn voor een ande
re keuze. Een goede samenwerking tussen de zieken
huizen onderling achten wij van nog veel groter be
lang, omdat deze veel directer de eerste hulpverle
ning raakt. Een regionaal ziekenhuis zou naar ons
gevoelen het aan te bieden pakket vollediger maken.
Wil de wethouder in zijn antwoord hier aandacht
aan schenken? Hierbij wil ik aantekenen dat ik zijn
opvattingen ken die hierop neerkomen dat de gemeen
te in dezen geen bevoegdheden heeft. Ik meen thans
te kunnen stellen dat dit wel een overheidszaak
zal worden als het aangekondigde vestigingsbeleid
van staatssecretaris Hendriks doorgang zal vinden.