1
1553 9 NOVEMBER 1976.
Vooruitlopende hierop kan het de moeite lonen als tii
gemeente een initiatief te nemen om dit naar mijn be
gevoel gestrande overleg, weer op gang te brengen. da.
Hier ligt naar ik meen een uitdaging voor de wet- in
houder om een bruikbaar overlegorgaan te creëren. no
Het zou niet juist zijn de algemene beschou- da
wingen af te sluiten zonder onze schatbewaarder ei
met zijn staf in de schijnwerpers te zetten. In ge- ve
dachten vergelijk ik hem wel eens met de vader van mo
een gezin die iedere maand het maandsalaris onder mo
de gezinsleden moet verdelen. Zoals een goed huis- wo
vader betaamt heeft hij de maandtoelage van ieder ge
gezinslid aan het begin van het jaar in overleg di
vastgesteld. Eerst komt de huishoudkas, dan de ge- ma
zinsleden. Dat op zich heeft nogal wat voeten in mi
de aarde. De één gaat met een opgelucht gezicht ja
de kamer uit, de ander wat mokkend, maar het is on
gelukt, de verdeling is er en de kas is kloppend, di
Wanneer men dan de kas kloppend wil houden, is De
veel tact en wijsheid nodig, om te voorkomen dat li
de aan het begin van het jaar gemaakte afspraken om
overhoop worden gehaald. Wij moeten constateren
dat onze schatbewaarder er ieder jaar in slaagt de gr
tering naar de nering te zetten. Goed ge-oliede ni
computers helpen hem de teugels in handen te hou- ve
den. De Bredase methoden van budgetverdeling en vo
-bewaking genieten grote bekendheid in den lande ee
en zelfs daarbuiten. Ondanks de hieraan toch nog le
klevende bezwaren, ook door hem erkend, menen wij pe
dat het de moeite waard is op de ingeslagen weg Wi
door te gaan. ge
Terugkomende op een uitdrukking van onze ge- ti
meentesecretaris, die ik gebruikte, wil ik hem he
thans wat uitgebreider citeren, namelijk uit een va
door hem gehouden inleiding, getiteld "Tussen Mek
ka en Ontnuchtering". Zijn inleiding eindigt: ze
"Planning? Geïntegreerde beleidsvoorbereiding? Een ee
noodzakelijke onmogelijkheid of beter nog een on- de
mogelijke noodzaak." De wethouder heeft dit begre- le
pen. Het zou goed zijn als de raadsleden ook eens in
diep nadachten over deze uitspraak, alvorens kri- ar