9 NOVEMBER 1976,
1560
dere gerichte subsidies steeg in dezelfde periode
van 54,2 tot 61,5 En tenslotte: het percenta
ge eigen gemeentelijke belastingen en inkomsten
maar dat kan plaatselijk sterk variëren daal
de van 10,5 tot 7,9 Zelfs deze sombere gege
vens zijn nog geflatteerd als we zien dat gerichte
rijkssubsidies vaak gebonden zijn aan de voorwaar
de dat de gemeente uit de eigen middelen nog wat
moet bijpassen en dat vele rijksmaatregelen een
vaak aanzienlijk beslag leggen op het gemeen
telijk apparaat, mankracht en geld.
Wat zijn de gevolgen van deze steeds sterkere
centralisatie en concentratie van macht bij het
rijk?
De heer WELSCHENIk constateer dat naast al
die rijksdeelname aan het gemeentelijk gebeuren
tegenwoordig ook al rijks-Kamerleden fractievoor
zitters in de gemeenteraden zijn. Die centralisa-
tie van macht is een moeilijk punt.
De heer DEES: Ja, ja. Dus als ik hier weg zou
gaan, is uw probleem opgelost?
De heer WELSCHEN: Als je niet te veel petten
op zet, is het probleem inderdaad voor een groot
deel opgelost.
De heer DEESIk hoop in ieder geval dat ik
mijn betoog kan afmaken!
Zonder volledig te zijn noem ik van de ster
ke decentralisatie drie gevolgen die voor de ge
meente nadelig zijn. In de eerste plaats worden
de toch al smalle marges van de gemeentelijke demo
cratie steeds smallerIn de tweede plaats is er
een verkokering van het bestuur met daardoor steeds
minder mogelijkheden om samenhang in het gemeente
lijk beleid en bestuur na te streven. In de derde
plaats worden meer en meer maatregelen bedacht,
vèr verwijderd van de burgers om wier belang het
gaat