1563
9 NOVEMBER 1976.
beter gezegd: provinciale besturen. Het moet
echter niet uitgesloten worden geacht dat dit een
lange weg zal blijken te zijn. Als dat zo is ver
dient het zeker aanbeveling om als overgangssitua
tie te bevorderen dat ook bij de huidige gewesten
rechtstreekse verkiezingen worden gehouden. Ook al
zijn er meningsverschillen over de vraag of de ge
meentewet en de wet gemeenschappelijke regelingen
in de huidige gedaante zulks toelaten, duidelijk
is dat een beperkte wetswijziging al soelaas kan
bieden. Zeker als aangekoerst wordt op een "zwaar"
stadsgewest Breda, verdient deze gedachte aanbeve
ling. Vooralsnog geeft mijn fractie de voorkeur aan
terughoudendheid bij de overdracht van gemeentelij
ke bevoegdheden aan het stadsgewest, vooral als
het gaat om verzorgingstaken, iets minder als het
planningstaken betreft.
Bevordering van de zelfstandige kracht behoort
ook binnen de gemeente een belangrijke drijfveer
te zijn. Wat dit betreft kan ik wat vrolijker zijn
dan in het eerste deel van mijn betoog. Breda kent
gelukkig een rijk geschakeerd en bloeiend vereni
gingsleven, waarbinnen vele activiteiten worden
ontwikkeld. De sociaal-culturele en de recreatieve
functies van het verenigingsleven mogen niet wor
den onderschat. Verenigingen dragen niet onaanzien
lijk bij tot meer welzijn in de samenleving. Hun
democratisch karakter is van wezenlijke betekenis;
zij vertolken, om het in een opkomend jargon te
formuleren, de opvattingen van "het veld" en "de
basis", maar het is wellicht dit zelfde opkomend
jargon geweest dat er toe heeft geleid dat van de
mogelijkheid tot inspraak over de nota "ontwikke
lingsbeleid" in Breda helaas zo spaarzaam gebruik
is gemaakt.
Het moet niet uitgesloten worden geacht dat
sommigen bij lezing van de titel van dit rapport
eerder hebben gedacht dat het ging om de hulp aan
de Derde Wereld dan om bijvoorbeeld de rol van het
particulier initiatief in het welzijnsbeleid. Toch
is de problematiek rondom het ontwikkelingsbeleid