1569
9 NOVEMBER 1976.
overheid zelf wel blijft doorgaan met structurele
tarief sverhogingen
Al deze ingebouwde risico's verdragen zich
nogal moeilijk met de besluiten van het college
in de begrotingsbesprekingen, die als voorstel in-
houden
a.een verhoging van de extra budgettaire capa
citeit voor nieuwe taken,die in maart door de raad
voorlopig was vastgesteld met ruim ƒ.0,9 miljoen,
b.een structurele verhoging van de onroerend-
goedbelasting met bijna ƒ.0,4 miljoen,
beide maatregelen als dekking voor een aantal
nieuwe taken.
Juist in een tijd waarin men terwille van een
zo noodzakelijke versterking van het economisch
draagvlak van onze welvaart en onze collectieve
voorzieningen bezig is met een ombuiging van de
collectieve uitgaven ten gunste van de particuliere
sector, zou ook de gemeente er goed aan doen hier
uit enige consequenties te trekken. Kortom: een
voorzichtig begrotingsbeleid, een minder sterke
stijging van de uitgaven en geen structurele ver
hoging van lasten voor de private sector zouden de
leidende principes moeten zijn.
Vanuit deze filosofie hebben we dan ook de
grootst mogelijke bezwaren tegen een extra structu
rele verhoging van de onroerend-goedbelasting. Met
name omdat gevreesd moet worden dat in de komende
jaren de begroting onder nog grotere druk zal ko
men te staan, zouden we niet alleen kritisch moeten
staan tegenover het nu reeds benutten van de ruim
te die voor verhoging van de onroerend-goedbelas
ting formeel aanwezig is, maar, sterker nog, zou
den we uitermate actief moeten zoeken naar bezui
nigingen op de gemeentelijke uitgaven. In dit licht
bezien zou de instelling van een permanente sane
ringscommissie of een binnengemeentelijk orgaan
dat uitgaven niet alleen op rechtmatigheid maar ook
op doelmatigheid toetst, geen overbodige luxe zijn.
Dat kan van grote betekenis zijn voor toekomstige
begrotingen. Wat de voorliggende begroting 1977