5 FEBRUARI 1976 156 het college en de raad slagvaardig moeten kunnen handelen. Ik denk dat iedereen het ermee eens is dat wij slagvaardig moeten kunnen handelen, maar een slagvaardig beleid zou ook kunnen inhouden dat men meer in overeenstemming met een proces denkt en een besluit neemt in een procesgang, zodat men tot sloop overgaat als een plan realiteitswaarde heeft. Ik neem aan dat de wethouder nog luistert. Wethouder VAN DUN: Naar u altijdl Mevrouw PAULUSSEN: Dank u. Misschien hebt u een zeer distributieve aandacht, zodat u dingen tegelij kertijd kunt doen. Wethouder VAN DUN: Dat komt door de distributie ve planologie. Mevrouw PAULUSSENIk was aan het beweren dat een slagvaardig beleid ook zou kunnen inhouden dat men in een zekere procesgang op bepaalde ogenblikken besluiten neemt. Als plannen realiteitswaarde heb ben, kan men dan tot sloop besluiten. Dit hoeft niet van vandaag op morgen maar kan enige tijd van tevo ren gebeuren. Nu draait de wethouder het om door van de raad een sloopkrediet te vragen terwijl er nog vele vragen zijn. De wethouder heeft gezegd dat de directeur openbare werken de vragen consciënti eus moet kunnen beantwoorden, in welk verband ik van mening ben dat men de raad ook de gelegenheid moet geven om consciëntieus te kunnen beslissen. De heer BECKERS: Misschien kunnen wij toch be ter de vergadering even schorsen om de wethouder de gelegenheid te geven het amendement te lezen. Door dat de wethouder niet luistert, is de discussie thans niet zinvol. De VOORZITTER: Dat weet ik niet, dat kan ik niet beoordelen. Wethouder VAN DUN: Ik luister met open oren! De VOORZITTER: De vergadering wordt nog niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 156