9 NOVEMBER 1976.
1574
die door C.D.A. en V.V.D. aan b. en w. zijn meegege
ven, dan is de balans uitermate positief. Veel,
ZEER veel, programmapunten zijn verwezenlijkt of
staan op het punt verwezenlijkt te worden. Dat is
een goede zaak, zeker als we beseffen dat grote be-
leidsprojecten als de binnenstad en de Haagse Beem
den dit laatste uiteraard vooralsnog geclausu
leerd in de komende jaren veel energie, veel
mankracht en veel bestuur zullen eisen. Somberder
is het beeld als we kijken naar de financiële po
sitie van Breda. De druk op de inkomsten EN op de
uitgaven is groot, wellicht ZO groot dat aan sane
ring niet is te ontkomen. Willen we de komende ja
ren nog aan nieuwe geldkostende taken toekomen,
dan lijkt het afkappen van oude, minder dringende
taken in nog sterkere mate een gebiedende eis.
Te gauw en te gemakkelijk wordt nogal eens
verondersteld dat een sterkere overheidsbemoeienis,
hogere collectieve uitgaven en een groter aantal
ambtenaren leiden tot meer geluk, welvaart en wel
zijn in de samenleving. Het tegendeel kan waar zijn
Politiek en bestuur als zodanig maken niet gelukkig
We kunnen, ook in de gemeentepolitiek, slechts stre
ven naar het scheppen van zodanige voorwaarden dat
mensen zelf de mogelijkheid hebben of krijgen om
aan hun geluk, hun welvaart en hun welzijn te wer
ken. Dat is de bevordering van zelfstandige kracht.
Liberalen hebben wat dat betreft hun heilig ideaal.
De heer KAARSEMAKER: Bij gelegenheid van de
algemene politieke en financiële beschouwingen zou
ik enige opmerkingen willen maken over het functio
neren van de democratie op gemeentelijk niveau, de
medezeggenschap van de burgers van Breda en de ge
loofwaardigheid van de politiek. Een vraag die wij
als raadsleden eens aan onszelf moeten stellen is:
wat bedoelen wijals wij het woord "politiek" in
de mond nemen en hoe functioneren wij als leden van
de raad in de politiek? Als wij het woordenboek ter
hand nemen en het zelfstandig naamwoord "politiek"
opzoeken, komen wij twee betekenissen tegen. De