9 NOVEMBER 1976.
1576
V.V.D. en het C.D.A., worden door de fracties van
de P.v.d.A. en P.P.R, aan bovengenoemde criteria
getoetst. Door onze fracties en ik durf dit met
grote overtuiging te zeggen is nog nooit een
voorstel van het college verworpen op grond van het
feit dat het afkomstig was van een rechts C.D.A./
V.V.D.-college. Met het overgrote gedeelte van de
collegevoorstellen gaan wij mee en bij die voorstel
len, waaraan wij onze stem niet kunnen geven, kun
nen wij dit steeds aan de hand van onze maatschap
pij-visie en ons programma motiveren. De heer Oomen
heeft daar bij interruptie al aandacht aan besteed.
Bij de behandeling van het preadvies over de
binnenstad, hoorde ik één van de verslaggevers van
de landelijke pers verzuchten: "Wat is de sfeer in
deze raad verpolitiekt!" Met deze opmerking werd
niet bedoeld dat partijen niet van mening mogen
verschillen. Een diversiteit van meningen legiti
meert juist het bestaan van de verschillende poli
tieke partijen. Een kritieke situatie treedt echter
in, als partijpolitieke overwegingen het optreden
van de fracties gaan beheersen en als het zo is
dat je in de politieke wandelgangen van leden van
de C.D.A.-fractie hoort: "Jullie komen toch wel
vaak met verrekte goeie voorstellen, maar je be
grijpt, we kunnen er niet vóór stemmen, want jul
lie zitten nu eenmaal niet in het college". In de
ze raadszaal worden deze dingen natuurlijk niet
hardop gezegd. De enige openbare uitspraak in deze
richting komt van een lid van de C.D.A.-fractie,
die tijdens een forumgesprek in het gemeentelijk
gymnasium verklaarde, dat soms om politieke redenen
voorstellen van de progressieven verworpen moesten
worden. Helaas, voegde hij er nog aan toe.
De heer GEENE: Ik zou bijna zeggen: goed, dat
er algemene beschouwingen zijn, dan hoor je nog
eens wat! Ik geloof echter dat ik niets anders kan
zeggen dan dat de heer Kaarsemaker op het ogenblik
wat staat te raaskallen. Het is natuurlijk baarlij
ke nonsens wat hij staat te vertellen en ik zou hem