1577
9 NOVEMBER 1976.
dan ook willen uitdagen te bewijzen dat fractiege
noten van mij beweren dat ze niet mogen stemmen zo
als ze willen. Ik vind dit een belediging voor de
samenwerking in mijn fractie.
De heer KAARSEMAKER: Als de heer Geene even af
wacht, kom ik daar in de loop van mijn betoog op
terug
Tijdens de openbare raadsvergaderingen blijkt
deze instelling van met name het C.D.A. maar al te
vaak. Ik hoef in dit verband maar te herinneren
aan de tussenkomst van wethouder Van Dun tijdens
de al eerder genoemde raadsvergadering over de bin
nenstad. De C.D.A.-fractie beoordeelde onze voor
stellen op hun waarde en ging aanvankelijk met een
aantal van die voorstellen mee, tot het moment dat
de wethouder de fractie tot de orde riep en ervan
overtuigde, dat dit politiek niet kon. Deze manier
van politiek bedrijven werkt verlammend op de de
mocratie
Ik kom toe aan enkele opmerkingen over inspraak
en democratisering van het lokale bestuur. Het col
lege heeft bij gelegenheid van de behandeling van
de begroting voor het jaar 1975 de noodzaak uitge
sproken om op niet al te lange termijn een nota te
doen verschijnen over aspecten welke verband hou
den met de democratisering van het lokale bestuur.
Inspraak wordt nog steeds afgegrensd ten opzichte
van "participatie" en van deze laatste vorm van
democratisering wordt onzes inziens te gemakkelijk
gesteld dat deze niet of nog niet mogelijk is.
Strikt juridisch mag dit dan misschien juist zijn,
maar dat neemt naar onze mening niet weg dat er
wel degelijk mogelijkheden zijn om ruimte te schep
pen voor materiële elementen die voor "participa
tie" karakteristiek zijn, teneinde langs deze weg
geleidelijk aan ook formeel participatie mogelijk
te maken. Die weg is naar onze mening te weinig
verkend. Op die manier wordt bij voorbaat geen ge
bruik gemaakt van kostbare mogelijkheden om gelei
delijk aan te komen tot werkelijke democratisering