9 NOVEMBER 1976. 1578 van de besluitvorming. We komen niet verder dan hooguit enige democratisering van de huidige be stuursvorm, terwijl er juist op lokaal niveau een groot aantal zaken ligt waarover betrokkenen uit stekend zelf kunnen beslissen of minstens meebe slissen. Er wordt uitgegaan van een onzes inziens achterhaalde opvatting van de taak van het bestuur Volgens deze opvatting dient de taak van de over heid ook van een gemeentebestuur veel sterker gekenmerkt te worden door dienstverlening aan de besluitvorming van de basis. De overheid zou er zich veel meer op moeten toeleggen bevolkingsgroe pen aan te moedigen tot het nemen van hun verant woordelijkheid voor met name de zaken die deze groepen aangaan, en zij zou zich daarbij verder moeten beperken tot het toetsen van allerlei plan nen op hun onderlinge verenigbaarheid, op hun con sequenties voor de toekomst, op hun financiële haalbaarheid, gezien de te verdelen bijna steeds beperkte middelen, en op dat soort facetten. Overigens lijkt dat niet de mentaliteit, die aanspreekt bij het college; het college heeft een naar onze mening passieve en hier en daar soms naar onwelwillendheid tenderende benadering van inspraak precies in het beeld dat de fractievoorzitter van het C.D.A. de heer Geene verleden jaar tijdens de algemene beschouwingen naar voren bracht. Ter illus tratie citeer ik een passage uit zijn algemene be schouwingen van 1975. Sprekend over inspraak zei hijWij constateren dat de roep om inspraak en medezeggenschap ongekende vormen heeft aangeno men. De drang naar nog meer openheid en nog meer openbaarheid neemt bij bepaalde groepen en perso nen nog steeds toe en kent schier geen grenzen. Dit op gang gekomen en ook door het C.D.A. ondersteunde proces mag niet ontaarden in het opleggen van de wil van kleine groepen aan de grote zwijgende meer derheid. Men moet willen inzien dat er nog steeds een zeer grote groep burgers is, die het bestuur van de stad graag aan de door hen gekozenen over laat."

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1578