157
5 FEBRUARI 1976
geschorst. Ik verzoek mevrouw Paulussen haar betoog
te vervolgen.
Mevrouw PAULUSSEN: De wethouder draait het
mijns inziens om door te zeggen dat de raad nu maar
het sloopkrediet moet verlenen en het sloopprogram
ma te allen tijde door middel van een initiatief-
-voorstel kan terugnemen. Wij weten dat wij op grond
van het reglement van orde de mogelijkheid hebben
initiatief-voorstellen in te dienen. In deze raad
hebben wij daar ook bepaalde ervaringen mee. In ie
der geval meen ik dat deze redenering niet juist
is. Wij bepleiten een en ander heel zorgvuldig in
een zekere procesgang te bekijken en op tijd be
sluiten te nemen, op het ogenblik dat plannen rea
liteitswaarde hebben. Op die manier kan men naar
ik meen voorkomen dat er akelige en grote gaten in
de binnenstad of elders in de stad ontstaan.
Dat de wethouder nu heel uitdrukkelijk heeft
toegezegd dat er met de comité1s zal worden gespro
ken, waarderen wij bijzonder positief. Van de mede
deling inzake artikel 56 van de woningwet heb ik zo
juist ter plaatse even kennis genomen. Ik wist dat
ik het preadvies met betrekking tot de binnenstad
in de bus had gekregen, maar ik heb ook nog iets
anders te doen dan alle binnengekomen brieven direct
te lezen. Voorzover wij een en ander nu hebben ge
lezen, menen wij dat het bijzonder goed is dat ons
verzoek nu in de beschouwingen omtrent de binnenstad
wordt betrokken. Op 8 maart zullen wij daarover een
beslissing nemen. In zoverre denk ik dat het wel
reëel is artikel 56 van de woningwet in relatie met
het sloopprogramma aan de orde te stellen. Dat heb
ik overigens ook al in de commissie voor openbare
werken gedaan.
Teneinde definitief ons standpunt te kunnen be
palen zouden wij willen voorstellen de stemming over
het voorstel pas na de pauze te houden, zodat er
geen aparte schorsing nodig is.
De VOORZITTER: Dat was al de bedoeling. Dit is