1589
9 NOVEMBER 1976.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.
Mevrouw PAULUSSEN: Vóór de pauze heb ik me
gerealiseerd dat we door bepaalde afspraken over
de algemene beschouwingen en de begrotingsbehande
ling te maken nogal veel van elkaar hebben gevraagd,
omdat het opnamevermogen in hoge mate op de proef
wordt gesteld. Aan de andere .kant geeft de wijze
van behandelen ook ruimte om wat te lezen en in
de eigen gedachten weg te zakken. Laat iedereen
daaruit echter maar zijn eigen conclusies trekken.
Ik zou de aanwezigen namens de federatie van
fracties van P.v.d.A. en P.P.R. willen uitnodigen
naar mij te luisteren en mee te denken over het
begrip solidariteit. Ik zal daartoe uiteenzetten
wat wij onder "solidariteit" verstaan en welke mo
gelijkheden er op plaatselijk niveau zijn om op
dat gebied activiteiten te ontplooien. Wij vinden
dat socialistische en radicale politiek en actie
progressiviteit uitsluitend gemotiveerd kun
nen worden en ook alleen maar doeltreffend kunnen
zijn vanuit solidariteit. Solidariteit is voor ons
het bewustzijn van saamhorigheid en de bereidheid
om de consequenties daarvan te dragen, of, zoals
Den Uyl het nog kort geleden in een interview zei
"Solidariteit is een stukje verheviging van waar
debesef, van wat je voor mekaar betekent." Er is
in onze samenleving, vinden wijnog veel ongelijk
heid en weinig echte solidariteit. Ongelijkheid
komt voor bij alles wat er maatschappelijk gebeurt.
Men kan daar geen enkel terrein van uitzonderen:
het geldt voor het terrein van onderwijs en ont
wikkeling, voor het terrein van wonen en woonom
geving, maar zeker ook voor het terrein van werken
en voor het terrein van de ontspanning.
De historisch bepaalde maatschappelijke sta
tus bepaalt nog steeds ons aanzien en het verkeer
tussen de mensen, met alle nare gevolgen van dien.
De man die het bier brouwt woont in een kleiner
huis dan de personeelschef van de brouwerij. Zijn
kinderen hebben minder kansen. Hij en zijn gezin