1595 9 NOVEMBER 1976. dit perspectief om er over te denken wat we op plaatselijk niveau aan deze problemen kunnen doen. Zolang er nog grote ongelijkheden in het eigen land bestaan, moet je er niet op rekenen dat de mensen in ons land solidariteit met de mensen in de Derde Wereld kunnen opbrengen. We kunnen op gemeentelijk niveau zeker iets aan het wegwerken van deze ongelijkheid doen. Ad Kaarsemaker heeft daar al op gewezen en Christ Crul zal er nog ver dere suggestie voor doen. De meerderheidsfracties van het C.D.A. en de V.V.D. in deze raad en het college van b. en w. hebben bijvoorbeeld geld over voor Breda-promotie. De taptoe is daar een heel duidelijk voorbeeld van; verleden jaar heb ik daar in ander verband ook over mogen spreken. Ik vraag me echter af of niet juist de C.D.A.-fractie op grond van de politieke opvattingen van het C.D.A. en aan de hand van het evangelie dat, zoals we in de pas verschenen brochure hebben kunnen lezen, als grondslag wordt genomen, alles voor de achter- gestelden en de zwaksten zou moeten doen, vanuit solidariteit De heer GEENE: Ik zou nog een korte opmer king willen maken. Het wordt misschien vervelend, maar dat ligt dan aan mevrouw Paulussen zelf. Als zij nu denkt dat we door de taptoe op te heffen ook de honger in de wereld kunnen opheffen, dan is de discussie in deze raad natuurlijk heel ge makkelijk. Zo is de situatie echter niet; ik heb de indruk dat we weer appels en peren met elkaar aan het vergelijken zijn. Mevrouw PAULUSSENDeze opmerking typeert mijns inziens de sfeer en de mentaliteit waar ik op heb gewezen. Ik heb geconstateerd dat het C.D.A. in zijn brochure aangeeft op grond van evangelische inspiratie te werk te gaan en als de heer Geene er nu op deze wijze op reageert vind ik dat bij zonder jammer. Ik heb niet gezegd dat door het opheffen van de taptoe de honger in de wereld wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1595