9 NOVEMBER 1976. 1596 opgeheven. Ik heb gezegd dat we de visie op de we reldproblematiek nodig hebben om uit te maken wat we op plaatselijk niveau kunnen doen. Aan de op merking van de heer Geene kom ik nog toe, want ik wil de meerderheidsfracties en het college een vraag stellen. Als er in de loop van een begrotingsjaar zonder dat er een post is begroot een bedrag be schikbaar kan worden gesteld dat ongeveer neerkomt op het bedrag dat volgens ons voorstel aan ontwik kelingssamenwerking zou moeten worden besteed, dan is er financieel geen problematiek: men kan, wan neer men dat politiek wil en er iets voor over heeft, geld vrij maken. Ik noem dit als voorbeeld. Wij verwachten erg veel van deze begrotingsbehande ling, namelijk dat nu eindelijk eens het bedrag van 1,per inwoner, dat naar onze mening slechts een symbolisch karakter draagt, voor ont wikkelingssamenwerking wordt vrijgemaakt. Met dat bedrag zouden dan activiteiten kunnen worden ont plooid die juist op plaatselijk niveau belangrijk zijn om mensen te helpen opdat zij te weten komen wat er aan de orde is. Als je niet weet waar de conflicten en de problematieken liggen, kun je er ook niets aan doen. Er kan met het bedrag dat wij ons voorstellen slechts heel weinig worden gedaan, maar er zou in ieder geval inzicht kunnen worden gegeven in de feitelijke problemen die bij ontwik kelingssamenwerking aan de orde zijn. Ik zeg niet dat daar de honger mee wordt opgelost, maar op die manier doen wij op plaatselijk niveau wat wij kun nen. Durven de andere fracties politiek kleur te bekennen? De heer Geene heeft in zijn algemene be schouwingen gezegd: "Ieder redelijk voorstel dat beoogt de grootste kwalen van deze tijd te bestrij den, zal onze steun genieten." We wachten vol span ning af. De heer GEENE: Het antwoord krijgt u bij de replieken wel' Mevrouw PAULUSSEN: Dat had ik zonder meer ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1596