1599 9 NOVEMBER 1976. het niet serieus nemen van onze voorstellen in de commissievergaderingen over de begroting die wij op het ogenblik bespreken. Alles wat niet van "bo ven" komt en dat "boven" moeten we dan toch maar hier op de grond vinden: het college wordt ter zijde geschoven: een besturen zonder de burgerij over de hoofden van de burgerij heen. Het college ziet de raad in feite als een lastig apparaat en het toont dan ook bij herhaling een zekere minach ting voor die raad. De raad wordt niet als deskun dig gezien en op een hoop gegooid met actiegroepen en dergelijke waar het college OOK niet zo goed raad mee weet. Een typisch voorbeeld daarvan was in 1975 de behandeling van de Haagse Beemden-plannen, die, toen ze in de raad werden besproken, reeds verle den tijd waren, terwijl TOCH om het nemen van een principebesluit werd gevraagd. Een ander voorbeeld is de eveneens ten aanzien van de Haagse Beemden nagestreefde toepassing van artikel 19 van de wet op de ruimtelijke ordening, waardoor de raad op nieuw buiten spel komt te staan, om nog maar te zwijgen over hetgeen dit ten opzichte van de bur gerij betekent. De P.v.d.A.- en de P.P.R.-fractie stellen in hun politiek handelen de mensen in solidari teit met elkaar centraal; daar moet men naar on ze opvattingen in het beleid van uitgaan. Het is goed eens terug te kijken op twee jaar van deze raadsperiode en dan speciaal te letten op de ter reinen waar de spreiding van macht, kennis, inko men en arbeid aan de orde is. Op die verschillen de gebieden komen we overigens in de loop van de ze begrotingsbehandeling nog uitvoerig terug. Allereerst iets over onderwijs, ontwikkeling en maatschappijvorming. De federatie van fracties P.v.d.A./P.P.R. heeft verscheidene initiatieven ontwikkeld en zal dat blijven doen om de achter blijvers een sterkere bagage voor hun toekomstige maatschappelijke taak mee te geven. Daar hebben wij geld en inzet voor over. Naast kennisoverdracht is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1599