5 FEBRUARI 1976
160
kaar nog toe te spreken.
Wethouder VAN DUN: Mijn antwoord zal betrekke
lijk kort zijn. Tot de duidelijkheid omtrent het
sloopprogramma, waar mevrouw Paulussen om heeft ge
vraagd, kan ik op het ogenblik geen bijdrage meer
leveren.
Mevrouw PAULUSSEN: Ik had die duidelijkheid
ook van de V.V.D. gevraagd!
Wethouder VAN DUN: Dus dan klopt mijn consta
tering.
Overigens zou ik nog op de door mevrouw Paulus
sen en de heren Lambregts en Van Asseldonk gemaakte
opmerkingen willen ingaan. Dat ik adhesie betuig
met de opvattingen van de heer Lambregts over slopen,
heeft met partijpolitieke uitgangspunten niets te
maken. Ik vind het naar genoeg dat het woord "slo
pen" een enigszins emotionele klank heeft, maar ik
meen dat men aan de andere kant moet durven te slo
pen als men tot stichting van nieuwe woongebieden
wil komen. Dat lef moet men hebben en dat politie
ke lef moet ook de raad kunnen opbrengen. Ik heb be
grepen dat de heer Lambregts zijn opmerkingen in
deze zin heeft bedoeld. Men kan natuurlijk de zaak
toedekken en een ander woordgebruik toepassen door
over "amoveren" en dergelijke flauwe kul te spreken.
In ieder geval heb ik dit bedoeld toen ik zei dat
de opmerkingen van de heer Lambregts mij aanspraken.
Wij slopen niet om gaten in de stad tot stand
te brengen, zoals mevrouw Paulussen in haar betoog
in tweede instantie heeft gesuggereerd. Ik heb ge
zegd dat wij een duidelijke relatie hebben gelegd
tussen het slopen van bepaalde panden en de toekom
stige bestemming die de vrijkomende grond zal krij
gen. In dit verband heb ik twee dingen toegezegd,
die ik hier ten overvloede zal herhalen. Wij zullen
ervoor moeten waken ook de leden van de commis
sie voor openbare werken zijn daartoe geroepen
dat er te vroeg wordt gesloopt. Bovendien moeten wij
in die zelfde commissie voor openbare werken in