9 NOVEMBER 1976. 1610 patie op dat punt staan wij heel dicht bij el kaar -- nauwelijks of niet bestaat. Desalniettemin geven de nota en de praktijk van het werk aan dat hier openingen zijn. Wanneer dan echter de heer Kaarsemaker zegt dat er een groot aantal zaken is waarbij participatie zou kunnen worden toegepast, spijt het mij dat hij het daarbij laat. Ik zou hem toch willen vragen een en ander wat nauwkeuriger aan te duiden en het te zeggen op de plaatsen waar het moet worden gezegd. Ik begrijp dat de raad EEN van die plaatsen is, maar wij werken ook met el kaar in de commissies en als hij daar aanduidt wat er op dit terrein mogelijk is, dan komt dat tot zijn recht. Ik heb zelf met de initiatiefgroep in spraak over alle mogelijke dingen gesproken, ik wil dat graag herhalen en ik zal ook nog met ande re groepen spreken. In dergelijke gesprekken leer je iets, je brengt dat opnieuw in de nota en zo ont staat er iets, dat overigens bepaald niet voor de eeuwigheid is en misschien zelfs niet voor een paar jaar. Bijsturen is mogelijk, maar we moeten daar WEL allemaal onze bijdrage aan willen leveren. Toch weer wat moeilijker wordt het als de heer Kaarsemaker over de mentaliteit van dit college spreekt; hij constateert bij ons ik geef toe dat hij het nogal voorzichtig zegt een hier en daar naar onwelwillendheid tenderende benadering. Dan volgt nog een woord waar ik helemaal versteld van stond; ik had het nooit gehoord maar misschien is het in de kringen van de heer Kaarsemaker of in andere kringen wat meer ingevoerd. De heer Kaarsemaker gebruikt het woord "demoncratie" Ik kon het niet geloven dat het er stond; het was namelijk ook wat merkwaardig gedrukt en je wist niet helemaal zeker of het wel de bedoeling was dat woord te gebruiken! Welnu, ik vind dit mis bruik maken van het goede woord "democratie". Als dat op die manier wordt gebruikt en wordt geprojec teerd op het werk van de raad, het college en van de bevolking van deze stad, dan vind ik dat vol strekt misplaatst en ook geheel en al onjuist. Wan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1610